EHBO-tips/tekenbeet

Stadia van de teek:larve, nimf, mannetje, vrouwtje. Vooral de tekenbeet van een nimf is lastig te herkennen.
  • Larve (6 pootjes)
  • Nimf (8 pootjes)
  • Mannetjesteek (8 pootjes)
  • Vrouwtjesteek (8 pootjes)

TEKENBEET

Wat zie je?
Een beet van de tekenlarve geeft een klein rood plekje van enkele mm. Soms zit de teek nog in de huid (met zijn steeksnuit). De larve valt echter nauwelijks op, omdat hij zo klein is.
Bij een beet van de tekennimf ontstaat een wat grotere rode plek. Deze is vergelijkbaar met een gemiddelde muggenbeet. De nimf is groter dan de larve, maar toch nog erg klein (iets meer dan een mm). De kans op ontdekking is dan ook niet heel groot.
De beet van een volwassen teek is meestal de beet van een vrouwtjesteek (de mannetjes hebben veel minder bloed nodig).
Deze grote teken vallen wel veel beter op, zeker als zij bloed hebben opgezogen.
De plek rond de beet wordt rood en jeukt.Sommige mensen reageren allergisch en rond de bijtplek wordt de huid rood en dik. Dit staat echter los van een eventuele besmetting met de ziekte van Lyme.

Ziekte van Lyme

1 op de 5 teken blijkt besmet te zijn met de de bacterie Borrelia burgdorferi die de ziekte van Lyme veroorzaakt.
Bij de beet van een besmette teek kan een rode plek ontstaan. De plek verbleekt vanuit het midden, zodat een ring ontstaat. Dit kan dagen, weken of zelfs langer duren. Let op: er komt niet altijd een ring. Geen ring wil niet zeggen geen besmetting.
Verder kan iemand griepachtige verschijnselen krijgen (hoofdpijn, koorts, stijve nek, spierpijn, vermoeidheid).
Bij chronische ziekte van Lyme zijn er problemen met hart, huid, hersenen en zenuwstelsel, spieren en gewrichten, en de ogen. Daarnaast kan de patiënt psychiatrische klachten krijgen.

EERSTE HULP :

Heb je een teek gevonden? Verwijder hem met een tekentang, tekenpincet of tekenkaart.
Met de tekentang of tekenpincet doe je dit door de teek bij de kop vast te pakken , zo dicht mogelijk bij de huid. Je trekt de teek langzaam uit de huid zonder te draaien.

Een alternatief is de tekenkaart, daarmee kan je de teek als het ware uit de huid scheppen. Dit kan vooral goed als de teek op buik, rug, arm of been zit.

Pas na verwijdering ontsmet je de huid met alcohol 70%.

Plak de teek op een stukje plakband en gooi hem in de vuilnisbak (spoel een teek niet alleen maar door het toilet, want dat overleven ze wel!).

Niet vergeten

Vergeet niet om de datum van de tekenbeet op te schrijven. Ga naar de huisarts bij een rode ring op de huid, of bij griepachtige klachten binnen drie maanden na de beet. Er ontstaat niet altijd een rode ring bij een besmetting met de Borrelia-bacterie. Geen ring wil dus niet zeggen geen besmetting. Ga daarom bij griepachtige klachten ook naar de huisarts.

Tekentang om teken te verwijderen bij een tekenbeet
Tekenpincet om teken te verwijderen bij een tekenbeet
Tekenkaart om teken te verwijderen bij een tekenbeet
Voorkom een tekenbeet:

Draag bij voorkeur een lange broek, kleding met lange mouwen, sokken en dichte schoenen tijdens je wandeling. En dan het liefst je broekspijpen IN je sokken stoppen! Gebruik een tekenwerend middel als DEET (spray 40% of lotion 50%) of tea tree olie op je kleding. Er zijn ook speciale sokken in de handel die al voorbehandeld zijn met een teekwerend middel (zoals de Care Plus® Bugsox City-sok of de Rovince Shield Comfort Sock).

Voorkom besmetting met de ziekte van Lyme:

Controleer direct na de wandeling je lichaam op teken. Als je ze verwijdert binnen 24 uur is de kans op besmetting met de Borrelia-bacterie minimaal.
Controleer vooral de warme plekken (knieholten, liezen, bilnaad, oksels) en kijk bij kinderen ook goed op het hoofd (in het haar en achter de oren).

Voor meer info over teken en de ziekte van Lyme zie www.lymenet.nl

Over teken

  • Spinachtige beestjes

    Teken zijn kleine spinachtige beestjes die in grootte varieren tussen de 0,8 en 3 mm. Reken je de pootjes mee dan kan een volwassen teek wel 0,5 cm worden.

  • Verspreiding

    Ze komen verspreid over het hele land voor, in bos, park, hei, duin of tuin. En dan vooral in het gras en lage struiken. Hoger dan 1 meter vind je ze over het algemeen niet. Ze laten zich dus niet uit bomen vallen.

  • Niet springen, niet vliegen

    Teken kunnen niet springen of vliegen. Ze grijpen zich vast aan een passerend dier of mens, en klimmen langs de kleren of huid omhoog.