7 tips voor een onbezorgd dagje bos

7 EHBO-tips voor een onbezorgd dagje bos of hei

Wandelschoenen aan, picknickmand mee vol lekkere broodjes en fruit, limonade en een thermosfles koffie of thee … we gaan op stap! We gaan een fijne wandeling in het bos maken en daar lekker picknicken. Met de volgende EHBO-tips kan er eigenlijk niets verkeerd gaan, of weet jij in elk geval wat je moet doen!

1) TEEK
Teken zijn kleine spinachtige beestjes en komen verspreid over het hele land voor, in bos, park, hei, duin of tuin, en dan vooral in het gras en lage struiken. Teken kunnen besmet zijn met bacteriën die ziektes kunnen verwekken; de bekendste is de Borrelia-bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Voorkom een tekenbeet of verwijder de teek zo snel mogelijk na ontdekking.
Voorkom een tekenbeet:
Draag bij voorkeur een lange broek, kleding met lange mouwen, sokken en dichte schoenen tijdens je wandeling. En dan het liefst je broekspijpen IN je sokken stoppen! Gebruik een tekenwerend middel als DEET (spray 40% of lotion 50%) of tea tree olie op je kleding. Er zijn ook speciale sokken in de handel die al voorbehandeld zijn met een teekwerend middel (zoals de Care Plus® Bugsox City-sok of de Rovince Shield Comfort Sock).
Voorkom besmetting met de ziekte van Lyme:
Controleer direct na de wandeling je lichaam op teken. Als je ze verwijdert binnen 24 uur is de kans op besmetting met de Borrelia-bacterie minimaal. Controleer vooral de warme plekken (knieholten, liezen, bilnaad, oksels) en kijk bij kinderen ook goed op het hoofd (in het haar en achter de oren).
EERSTE HULP:
Heb je een teek gevonden? Verwijder hem met een tekentang of tekenpincet. Dit doe je door de teek bij de kop vast te pakken , zo dicht mogelijk bij de huid. Je trekt de teek langzaam uit de huid zonder te  draaien. Een alternatief is de tekenkaart, daarmee kan je de teek als het ware uit de huid scheppen. Dit kan echter niet op alle plekken op het lichaam. Pas na verwijdering ontsmet je de huid met alcohol 70%. Plak de teek op een stukje plakband en gooi hem in de vuilnisbak (spoel een teek niet alleen maar door het toilet, want dat overleven ze wel!). Vergeet niet om de datum van de tekenbeet op te schrijven. Ga naar de huisarts bij een rode ring op de huid, of bij griepachtige klachten binnen drie maanden na de beet (die rode ring verschijnt niet altijd!).
2) EIKENPROCESSIERUPS
Van mei tot augustus kunnen mensen veel last hebben van de brandharen van de eikenprocessierups. Je herkent deze rups aan de opvallende lange en witte haren. Daarnaast hebben de rupsen die al enkele keren verveld hebben, zeer kleine brandharen met weerhaakjes.
De eikenprocessierupsen  leven op en van eiken. De dikke spinseldraad langs de stam van de eik, waarlangs zij ’s nachts naar boven lopen naar de eikenbladeren, is een duidelijke aanwijzing voor de aanwezigheid van de eikenprocessierups. Daarnaast kan je op de eik of in de grond voor de eik nesten vinden waarin de rupsen vervellen en zich overdag verschuilen. De brandharen worden verspreid door de lucht.
Als ze op de huid komen zetten ze zich met de weerhaakjes vast. Dit veroorzaakt jeuk en rode huiduitslag. Als ze worden ingeademd veroorzaken ze ademhalingsproblemen, en als ze in de ogen terecht komen geven ze oogklachten.
VOORKOM CONTACT MET DE BRANDHAREN Raak nooit de rupsen aan, en laat een nest in jouw tuin verwijderen door een gespecialiseerd bedrijf. Loop zo min mogelijk langs eiken met nesten en rupsen. Bedek je armen, benen en hals als je toch langs aangetaste eiken moet lopen of fietsen. Woon je vlakbij eiken met eikenprocessierupsen? Probeer dan te voorkomen dat brandharen je huis kunnen binnenwaaien. Hou de zandbak afgedekt, en laat geen speelgoed buiten liggen. Denk eraan dat brandharen heel lang actief kunnen blijven: het kan wel 6 tot 8 jaar duren voordat een plek waar eikenprocessierupsen waren weer helemaal schoon is.
EERSTE HULP: Niet wrijven of krabben als je brandharen op je huid hebt gekregen. Je moet de huid of de ogen wel goed spoelen met water. Je kan ook de huid schoonmaken door met plakband de brandharen weg te trekken. Was de kleren, het liefst op 60 graden, en met een dubbele portie wasmiddel. Met een zachte crème, met menthol bijvoorbeeld, kan je de geïrriteerde huid verlichting geven. Bij ernstige klachten, vooral in de ademhaling, neem je contact op met je huisarts.
De klachten gaan binnen 2 weken vanzelf over. Ga bij ernstige klachten naar de huisarts. Toch contact gehad? Spoel de haartjes uit met water of strip de huid met plakband.
3) BERENKLAUW
In  Nederland komen twee soorten voor: de gewone berenklauw (90 cm tot 2 meter hoog), en de reuzenberenklauw (tot wel 4 meter hoog). Het sap van de gewone berenklauw kan ontstekingen op de huid veroorzaken, en het sap van de reuzenberenklauw kan ernstige blaren of blijvende blindheid veroorzaken. Vooral  de reuzenberenklauw is dus echt een gevaarlijke plant. Als het sap van de reuzenberenklauw op de huid komt maakt dat de huid gevoelig voor zonlicht. Er komen dan na 24 uur rode jeukende vlekken, gevolgd door zwellingen en blaren (lijkend op brandwonden). Het duurt vaak wel twee weken voordat dit is genezen, en de huid verkleurt bruin als litteken. Als het sap in de ogen is gekomen bestaat het risico van blijvende blindheid. Voorkom contact met de reuzenberenklauw. Raak hem niet aan of trek  beschermende kleding aan (lange mouwen, lange broek, handschoenen aan, eventueel een veiligheidsbril op) als dit toch noodzakelijk is.
EERSTE HULP:
Spoel met veel water als je toch in contact bent gekomen met het sap van de (reuzen)berenklauw. Bescherm de aangedane huid tegen zonlicht; doe dit minstens een week lang. Ga naar de huisarts bij blaren en in het geval er sap in het oog is gekomen.
4) ADDER
In Nederland is de adder de enige gifslang die in het wild voorkomt. In Nederland komt hij voor van de provincies Friesland tot Limburg.Hij verschuilt zich vaak in dicht struikgewas, het hol van een ander dier, rotsspleten en holle bomen. Hij is meestal dicht bij het water te vinden (een adder is een uitstekende zwemmer).
Het is een vrij kleine slang (50 tot ongeveer 100 cm), met een zigzagpatroon op zijn rug en koperbruine of rode ogen met een  verticale pupil. Een adder bijt alleen ter verdediging, bijvoorbeeld als iemand hem wil oppakken. Of door een ongelukkig toeval: er zijn mensen gebeten die per ongeluk op de slang gingen staan, of bij het plukken van bessen van een struik waarin een adder zich verschool.
Het gif van een adder is minder gevaarlijk dan dat van andere slangen. Het is wel gevaarlijk voor jonge kinderen,  bejaarden en zieken, of als de slang direct in een slagader bijt, of als niet de juiste behandeling wordt gestart. Symptomen bij een slangenbeet verschillen erg, maar wat je kan verwachten is bijvoorbeeld pijn, zwelling, misselijkheid, totale incontinentie, inwendige bloedingen en problemen met de bloedstolling.
EERSTE HULP:
Wel doen: Probeer er achter te komen om wat voor slang het gaat, en geef de kenmerken door aan 1-1-2. Beperk zo goed mogelijk de inwerking van het gif op het lichaam. Houdt het lichaamsdeel dat gebeten is onbeweeglijk. Bij een beet in arm of hand moet je wel sieraden verwijderen in verband met de zwelling.
Niet doen: niet bewegen met het gebeten lichaamsdeel, niet rennen, niet eten of drinken, geen knevel of tourniquet aanleggen, niet uitzuigen met je mond of met de Aspivenin. Beweging maakt dat het gif zich sneller verspreidt door het lichaam. In het ziekenhuis wordt mogelijk een antigif toegediend.
5) VALLEN UIT EEN BOOM
Kinderen klimmen en klauteren graag in en op (omgevallen) bomen in het bos.
Kleine Melvin (7 jaar) doet dat ook graag. Samen met zijn oudere broer klimt hij tijdens een tochtje door het bos, op een grote omgevallen boom. Trots zitten ze op bijna 2 meter hoogte te zwaaien naar papa en mama. Maar de stam is glibberig van de regen, en als de jongens willen afdalen gaat het mis. Melvin glijdt uit en valt uit de boom op de grond. Helemaal versuft blijft hij daar liggen. Wat nu?
Door de val uit de boom kan hij allerlei letsels hebben: een botbreuk, kneuzing of verstuiking, hersenschudding of hersenkneuzing, schedelletsel, schaafwond of bloeding …
EERSTE HULP:
Blijf rustig en controleer als eerste of hij bij bewustzijn is of niet (reageert hij  op aanraken en aanroepen?).
– Het kind is bij bewustzijn (hij reageert op aanraken en aanroepen): Laat vooral het kind liggen zoals hij ligt, en houd zijn hoofd onbeweeglijk vast. Probeer hem gerust te stellen zodat hij stil blijft liggen. Dan kan je uitzoeken of hij gewond is, of hij pijn heeft, of hij zijn armen en benen nog kan bewegen, etc. Observeer kleine kinderen goed. Lijkt alles in orde dan laat je hem zelf gaan zitten. Vertrouw je het niet, laat hem dan liggen en bel 1-1-2. Dit doe je bijvoorbeeld als je kind last heeft van pijn in zijn rug, tintelingen in armen of benen, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, vergeetachtigheid of een epileptische aanval na de val. Bel je huisarts als het kind een paar uur NA het ongeval toch nog last krijgt (hij herinnert zich het ongeluk niet meer, kan zich niet goed concentreren, verdraagt geen fel licht of harde geluiden).
– Het kind is bewusteloos (hij reageert niet): Bel 1-1-2 en geef door dat je belt voor een kind van 7 jaar dat is gevallen, dat hij niet reageert op aanraken en aanroepen. Controleer de ademhaling, met toepassing van de kinlift (hand op voorhoofd, twee vingers van andere hand onder de kin, hoofd wat naar achteren gekanteld en kin omhoog getrokken, dit alles uiteraard heel voorzichtig). Kijk, voel en luister dan gelijktijdig naar een normale ademhaling. Is de ademhaling normaal handhaaf dan de kinlift, tenzij je merkt dat het kind moet braken, of dat er bloed of veel speeksel in zijn mond is. Draai hem dan op zijn zij en zorg ervoor dat hij niet terug kan draaien op zijn rug of doordraaien op zijn buik (stabiele zijligging).
6) LETSEL AAN DE ENKEL
Takken en kuilen, een onverwachte steen op het zandpad, springen over een boomstam, een partijtje voetbal na de picknick: het kan zomaar gebeuren dat je struikelt of valt of dat je tegen je enkel wordt geschopt. Resultaat? Het doet flink pijn, je kan niet meer op je been staan of lopen, de enkel wordt erg dik.
Is hij nou gebroken of verstuikt? Bij een breuk is het bot gebroken waardoor er bloedverlies is. Ook kunnen omringende weefsels zoals bloedvaten, zenuwen, spieren en pezen zijn beschadigd. Soms is er ook een wond (open botbreuk) waarbij ook het bot zichtbaar kan zijn. Bij een verstuiking is de huid heel en het bot niet gebroken, maar zijn de banden en het kapsel van het gewricht uitgerekt of gescheurd.
EERSTE HULP: Probeer vast te stellen of het om een botbreuk of verstuiking gaat. Is beweging nog mogelijk? Staat de enkel of het been nog recht?Heb je een kraak gehoord?
Als  ‘ja’ het antwoord is op de eerste twee vragen denken we eerder aan een verstuiking. Start dan met de behandeling: schoen uit laten doen, door het slachtoffer zelf (lukt dit niet, knip dan de schoenveters los en laat de schoen aan), en ga koelen met ijs of een coldpack gedurende 10-20 minuten. Neem als  voorbereiding een instant koud kompres mee (bijvoorbeeld van Heltiq). Dat is door er stevig op te duwen meteen ijskoud en klaar voor gebruik. Leg na het koelen, als het kind het wil, een drukverband aan. Als de pijn erger wordt tijdens het koelen, stop dan meteen. Mogelijk is er dan toch sprake van een botbreuk.
Handelen bij botbreuk: Bij een breuk van voet of enkel kan je het slachtoffer meestal nog wel zelf naar de huisartsenpost of het ziekenhuis brengen. Bel 1-1-2 als dit niet mogelijk is of als het slachtoffer veel pijn heeft. Probeer de enkel bij het vervoer zo min mogelijk te bewegen en zeker niet te belasten.
7) ZONDAGSARMPJE
Een zondagsarmpje is een gedeeltelijke ontwrichting van de elleboog. Het komt voor bij kleine kinderen, vooral tussen de 2 en 4 jaar.
Hoe ontstaat het zondagsarmpje? Dat kan bijvoorbeeld tijdens het wandelen ontstaan: het kindje loopt tussen twee ouders in en wordt aan de armen heen en weer geschommeld (dit gebeurde vroeger vaak op zondag, vandaar de naam!). Of het kind wordt aan één arm hard meegetrokken of omhoog getrokken als hij is gevallen. Het kindje heeft pijn, zal gaan huilen en zijn arm niet gebruiken. Vaak houdt hij zijn arm vast, soms laat hij zijn arm langs zijn lijfje hangen. Aan de arm zelf is niets te zien.
EERSTE HULP:
Stel het kindje gerust, laat hem zelf zijn arm ondersteunen, en ga naar de huisarts of huisartsenpost. Soms wordt een röntgenfoto gemaakt om te zien of er geen breuk is in het kopje van het spaakbeen. De ontwrichting is meestal niet daarop te zien. Nooit zelf proberen het gewricht weer in goede positie te brengen, maar laat dit altijd over aan een arts!
Dit zijn de 7 EHBO-tips voor een onbezorgd dagje bos of hei. Je ziet, met een goede voorbereiding en kennis over wat je moet doen áls het mis gaat kan je een hoop narigheid voorkomen.
Volg voor meer informatie en vooral voor het oefenen van handelingen zoals stabiele zijligging of verbanden aanleggen een EHBO-cursus!
Bronvermelding:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.